Corsica kent een onstuimig verleden: Grieken, Italianen, Spanjaarden, Moren en een zooitje Vandalen hebben er "huis gehouden", alvorens in 1768 de Meest Serene Republiek van Genua het eiland verkocht aan ene Lodewijk, Koning van Frankrijk. Niet alle bewoners waren het daarmee eens. De eilanders voelen zich de onbetwiste eigenaren van hun bergklomp in zee; de vastelanders mogen op bezoek komen, zelfs een vakantiehuisje bouwen, maar ze worden nooit één van "ons". Nu hier het probleem: nogal wat eilanders hebben hun geluk gezocht op het vaste land. Sommigen van hen zijn teruggekeerd, tijdelijk of permanent. Maar wat zijn ze nu? Eilanders of vastelanders of vastelandse eilanders? En wie zal dat bepalen?
De schrijver en Martine, de vrouw van zijn leven, strijken neer op het "Île de Beauté" en ervaren een kleurrijk mozaïek van een verstrengeld heden en verleden. Hun avonturen zijn geschetst in een sprankelende tekst, met humor en een subtiel gevoel voor lokale folklore en voor een wereld zoals die was...
