In dit boek worden hoofdzakelijk twee kwesties besproken die momenteel op EU-niveau met elkaar in conflict lijken te zijn: de eerste heeft te maken met het fundamentele mensenrecht van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en meer in het bijzonder met het aspect van de bescherming van persoonsgegevens, terwijl de andere verband houdt met de strijd tegen het terrorisme, namelijk de veiligheidskwestie. Er is een ingewikkelde situatie ontstaan, die te maken heeft met de verschillende bevoegdheden die de EU op elk gebied heeft. De vraag was of de EU deze kwestie doeltreffend kan aanpakken, ondanks het ontbreken van een uniforme wettelijke regeling op dit moment. Uiteindelijk is de Europese Unie er, zoals geconstateerd, in geslaagd om via een moeilijke en tijdrovende procedure een manier te vinden om de kwestie aan te pakken, ondanks het bestaan van de endogene structurele complexiteiten, en er aldus in te slagen een nieuwe weg uit te stippelen om deze veelbesproken kwestie aan te pakken.
